bijl. nr. 42 - 2 - Behandeling in Uw raad van Bedoelde stukken zal eerst medio okto ber 1976 mogelijk zijn. In overleg met de commissie kindercentra werd daartoe reeds een procedure en tijdschema opgesteld. Voorts bleek dat de subsidiëring door het ministerie van C.R.M. ten behoeve van de peuterspeelzalen, krachtens vorenbedoelde rijks bijdrageregeling, beperkt bleef tot een bijdrage van maximaal 2.500,per peuterspeelzaal. Voor het jaar 1976 is evenals in 1975 derhalve, ondanks de C.R.M.- subsidie, een beperkt bedrag beschikbaar. Met de subsidiëring conform de definitieve regeling zal meer geld gemoeid zijn. Ons reeds m.b.t. de interimregeling 1975 ingenomen standpunt dat hierin door de rijksoverheid dient te worden voorzien, blijft dan ook gehandhaafd. Door Uw raad nu een interimregeling 1976 voor te leggen hopen wij, evenals in 1975, de meest dringende problemen te kunnen aanpakken. De interimregeling 1976 komt dan oök overeen met de in Uw verga dering van 14 augustus 1975, aangenomen interimregeling 1975. Door een stijging van het aantal, in principe voor subsidie in aanmerking komende kindercentra voor 1976, zou deze subsidie, gelet op het geraamde bedrag ad 46.656,in de begroting 1976 van de dienst voor jeugd en sport, voor de reeds eerder gesubsi dieerde kindercentra wel eens minder kunnen zijn dan de subsidie 1975. f- Kaar het zich laat aanzien zal, om dat te voorkomen, een extra subsidiebedrag van maximaal 18.000,nodig zijn. Met ingang van 1977 zal gefaseerd worden gewerkt naar het in de begroting opnemen van een bedrag uitkomend op een aandeel van de gemeente, zoals geregeld in het huidige concept "definitieve sub sidieregeling" Met betrekking tot de subsidiëring door het ministerie van C.R.M. voor het jaar 1977 kan slecht3 medegedeeld worden dat tot op he den ons nog geen voorstellen hebben bereikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 192