bijl. nr. f.2 De onderhavige interimregeling 1976 is voorbereid door de commic- sie, die ook met do definitieve regeling bezig is. De gezamenlijke kindercentra hebben hun vertegenwoordigers daartoe expliciet gemachtigd, d.d.21 oktober 1975. De interimregeling heeft dan ook de volledige instemming van be doelde commissie. De interimregeling subsidiëring kindercentra 1976 wil die kinder centra financieel ondersteunen, die op de allereerste plaats ge richt zijn op het bieden van een complementair opvoedingsmilieu, waardoor het kind in staat wordt gesteld zich harmonisch te ont plooien. Op grond daarvan wil de interimregeling voorzien in de subsidië ring van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Onder kinderdagverblijven worden die kindercentra verstaan, die als regel de gehele dag geopend zijn en gedurende vijf dagen per week opvang, verzorging en begeleiding bieden. Onder peuterspeelzalen worden die kindercentra verstaan die twee of meer halve dagen per week individuele en/of groepsgewijze be geleiding bieden en vooral gelegenheid bieden tot spelen, aan sluitend bij de ontwikkelingsfase van het kind. Als verdeelsleutel voor de subsidie wordt voorgesteld het aantal werkeenheden te nemen, dat het kindercentrum per week gedurende het gehele jaar of gedeelten daarvan draait. Onder werkeenheid wordt verstaan het dagdeel (ochtend of middag) waarop het kindercentrum voor groepen van (meestal) 20 peuters, onder verantwoordelijkheid van (meestal) 2 leidsters de begelei ding en opvang verzorgt. De subsidie wordt daardoor rechtstreeks gekoppeld aan het "acti viteitenpakket" van het kindercentrum en daarmee aan de belang rijkste kostenfactor, nl. personeel, die in principe voor elk centrum gelijk is. Kindercentra, die, door welke maatregelen dan ook, zonder tekor ten weten te exploiteren, worden in het kader van deze interim-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 193