Handhaving van hc-t bestaand woningbestand in de binnenstad brengt met zich mee, dat het proces van verder verval wordt tegengegaan. Wij denken hierbij aan een actief aancchrijvingsbeleid tot ver- betering van woningen, welke ernstige gebreken vertonen. Hiertoe zal een algemeen kwaliteitsonderzoek van de woningen noodzakelijk zijn. V/ij willen hiermede in 1976 starten. Voor slopen van woningen is alleen vergunning nodig ingevolge ar tikel 56 van de Woningwet, indien de minister op basis van be staande woningnood de gemeente de bevoegdheid heeft gegeven de vergunningseis te stellen. V/ij zijn voornemens op zeer korte ter mijn een'dergelijk verzoek voor de binnenstad van Breda tot de Minister te richten. Aanwijzing van (de binnenstad van) Breda tot een gemeente ex artikel 56 van de Woningwet impliceert tevens, dat eveneens vergunning van ons college nodig is orn een woning aan de bestemming wonen te onttrekken. Met deze maatregel hopen wij het woningbestand in de binnenstad met name voor de lagere inkomensgroepen, de alleenstaanden of twee persoonshuishoudens op peil te houden. Daarnaast zou bezien kunnen worden in hoeverre ingeschoten zou kunnen worden op de circulaire van Staatssecretaris Drs. M. van Dam van 23 december 1975 om de Woonruimtewet 1947 weer ingevoerd te krijgen voor een of meer gedeelten van de gemeenten, met name met het oog op de grote behoefte aan huisvesting van alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens. Onteigeningswet De onteigeningsmogelijkheden zijn enige jaren geleden verruimd. De procedures vergen ondanks de bekorting van de termijnen nog altijd veel tijd. Subsidieregelingen. Met betrekking tot de stadsvernieuwing (afbraak, sanering, ver betering en vernieuwing van woningen en reconstructies) bestaan een groot aantal rijkssubsidieregelingen. Zoals Uw raad weet doet de gemeente Breda regelmatig een beroep op een aantal van deze rege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 220