aan de raad der
gemeente Breda
Bijlaad nr. Vj
21-1-1976
K/66232
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het toekennen van een
subsidie aan de Stichting Het
Filmhuis Breda voor 1976.
Door de stichting Het Filmhuis is op 3 juli 1975 een verzoek om
subsidie gedaan. In afwachting van de totstandkoming van de
cultuurnota is een beslissing op dit verzoek aangehouden, daar het
naar onze mening getoetst moest kunnen worden aan uitgangspunten,
prioriteiten en andere criteria uit deze nota. Dit is Uw -raad ook
medegedeeld bij de begrotingsbehandeling 1976.
Doelstelling en functie voor een filmhuis zijn als volgt samen
te vatten:
het aanbod van films te vergroten met name door het brengen van
films, die beogen de mens bewust te maken van zijn eigen levens
omstandigheden en die gericht zijn op maatschappelijke verande-
ringen.
Een belangrijke overweging voor filmhuizen is dat het filmaanbod
via de Nederlandse Bioscoop veelal te commercieel is gericht.
Overigens mogen wij Uw raad verwijzen naar de uitvoerige toe
lichting bij het subsidieverzoek.
De Culturele Raad, die om advies is gevraagd, onderschrijft de
doelstelling en meent dat een filmhuis onderdeel moet uitmaken
van het geheel van culturele voorzieningen. Hij meent op grond
hiervan dat subsidiëring is gemotiveerd.
Zoals in het voorafgaande gesteld hebben wij het verzoek getoetst
aan de cultuurnota. De hierin omschreven uitgangspunten geven wij
nogmaals weer:
- de gemeentelijke overheid dient voorwaarden te scheppen voor een
pluriform aanbod van voorzieningen voor individuen en groepe
ringen