bijl. nr. 60 -8- voering nemen van onderdelen van het project, het projectteam naar alle waarschijnlijkheid niet toekomt aan de eigenlijke adviserende taak. Het hierboven weergegeven standpunt van de groeperingen/instel lingen opent geen mogelijkheid voor een commissie ex artikel 62, lid 1omdat een dergelijke commissie enkel adviserende be voegdheden kan hebben. Zij stellen voor een commissie ex artikel 61, lid 1b. b. Een ander motief van de groeperingen/instellingen uit de Hoge Vucht om te kiezen voor een art. 61 commissie is de volgende (5.2). Een commissie ex artikel 62, lid 1 wordt ingesteld door burge meester en wethouders respectievelijk de burgemeester. De relatie met de raad is daardoor naar hun mening geheel afwezig. Deze relatie wordt door hen evenwel als voorwaarde gesteld, ge zien de mede-verantwoordelijkheid van de raad voor het functio neren van het projectteam. De overige leden van de commissie achten het wenselijk, dat de uitgebrachte adviezen van het projectteam ter kennis worden ge bracht van de gemeenteraad en de raadscommissies, zodat deze kennis kunnen nemen van de resultaten van de werkzaamheden van f het projectteam. Tevens dienen, zoals in de werkwijze sub 6.2.C is aangegeven,' de agenda's en de verslagen van de vergaderingen van het projectteam ter kennis gebracht te worden van burgemeester en wethouders, de raadscommissies en de raad (pag. 13 en voorts 62cen d Daarmee is naar hun oordeel de relatie met Uw raad voldoende gewaarborgd. In de reactie vanuit de wijk d.d. 6 mei 1975 wordt gesteld (pag.4): "Het merendeel van de aanwezige bewoners meent, dat een stuk be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 310