gemeente Breda
3ij bijlage no. 5
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
besluit:
gelet op het bepaalde in artikel 62, 1e lid van de gemeente;
in te stellen de gemeentelijke kommissie voor beeldende kunsten en hiervoor de
volgende regeling vast to stellen;
RBCBLISI CSMSaiTBLIJKS KOKMISSIB VOOR BE5LD3NDE KUDSTBIf
Artikel 1
v t
In de kommissie, welker leden - voor zover zij niet reeds ambtshalve lid zijn -
door burgemeester en wethouders worden benoemd, hebben zitting
1. als voorzitter met adviserende stem de wethouder onder wie de aangelegenheden
betreffende de kunstzaken ressorteren;
2. al3 leden:
a. drie beeldende kunstenaars
b. twee architekter,
c. twee loden uit ter plaatse werkende '«culturele kommissies c.a. instellingen
d. twee leden uit de burgerij
e. ce chef van het buro '«culturele zaken
f. de direkteur van de gemeentelijke dienst van openbare werken
g. de direkteur van de dienst van beplantingen.
I 1
Artikel 2
De leden genoemd in artike 1, onder 2a t/m d kunnen een plaatsvervanger aanwijzen;,
de leden genoemd onder 2e t/m g kunnen zich door een ambtenaar van hun afdeling
of dienst op de vergaderingen doen vertegenwoordigen.
Artikel
a. De benoeming van de leden behoudens die genoemd onder 2e t/m g, geschiedt
voor de tijd van twee jaar.
b. Eerbenoeming, aansluitend aan de in artikel '3a genoemde periode, eveneens veer
de tijd van twee jaar, is slechts eenmaal mogelijk.
0. Tussen aftreding en een eventuele nieuwe benoeming, niet aansluitend c? ie in
dit artikel, onder a en b, geregelde zittingsperiode dient een tijd van ten
minste twee jaar to zijn verstreken.