bijl. nr. 73 -2- Zulks impliceerde wel, dat met een genoegzaam geformuleerd voorstel en dito beslissing door Uw raad en nog meer met het- notarieel transport diende te worden gewacht tot de definitieve vaststelling van de werkelijke stichtingskosten door het rijk. Hoewel deze fase al geruime tijd geleden was bereikt hebben wij tot nu toe toch een desbetreffend voorstel nog nagelaten. V/ij zijn namelijk met het ministerie in correspondentie over enkele j aspecten' van deze aangelegenheid, waarbij wij ons vooral hebben afgezet tegen het niet in de stichtingskosten - en in de be cijferde kostprijshuur - opnemen van de kosten van terreinvoor zieningen en de legeskosten van de bouwvergunning, beide niet onbetekenende posten. Door de ervaring geleerd verwachten wij niet op korte termijn een reactie en/of beslissing van het ministerie; nochtans zijn wij van mening, dat het na een tijdsverloop van 5i jaar, waarbij eigendom en exploitatie van de woningen niet in één hand zijn, niet aangaat de overdracht te blijven uitstellen, mede omdat ook van de zijde der bouwvereniging op afdoening wordt aangedrongen. Voorts achten wij bedoeld tijdsverloop ook een argument om de overdrachtsprijs nu niet meer te conformeren aan de oorspronke lijke grond-, bouw- en andere kosten, doch daarvoor te nemen het totaal van de boekwaarden van het complex op de datum van verrekening van de koopsom. l' Ons streven is erop gericht om het notarieel transport zo spoedig mogelijk te bewerkstelligen, doch daarbij als datum van verrekening te nemen 11 februari 1976, zijnde dan (datum transport) de laatst gepasseerde vaste vervaldag der annuïteiten van de aan de gemeente ten behoeve van dit complex verstrekte leningen uit 's rijkskas,. Immers de totale boekwaarde is dan gelijk - of moet gelijk gesteld worden - aan de schuldrestanten van die leningen, vermeerderd met de boekwaarden van de niet aldus gefinancierde objecten of anderzijds, waarvan bovon al voorbeelden zijn genoemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 373