bij bijlage nr. 73 -4- de looptijden van de leningen vermeld onder 1t/m 4 zijn ge lijk aan de restant-looptijden van de' leningen voor deze doel-- einden uit 's rijkskas; de looptijden van de leningen onder 5 t/m 9 blijven bepaald overeenkomstig de afschrijvingsperioden der daarmede gefinancierde objecten; de betaling van rente en aflossing der leningen behoort te ge schieden in jaarlijks per 11 februari, voor het eerst op 11 februari 1977, verschuldigde annuïteiten, berekend met inacht neming van de onder b. omschreven looptijden der leningen, en naar hetzelfde rente-percentage als de gemeente thans verschul digd is of later zal zijn over de leningen uit 's rijkskas, dan wel over het op andere wijze door de gemeente voor de onderha vige doeleinden opgenomen en/of bestemd kapitaal, welke percen tages momenteel respectievelijk naar rato van de huidige exploi tatie worden gesteld op: 6-5$ voor de leningen vermeld onder 1 t/m 4, 6-j$ voor de leningen vermeld onder 5, 6, 8 en 9, en voor de leningen vermeld onder 7 en 10. .uit hoofde van de bepaling onder c. zal vanaf de exploitatieperio- 'de 1977/1978 over de schuldrestanten van de door de gemeente ver strekte leningen, ter financiering waarvan geen leningen uit 's rijkskas zijn verstrekt-, zijnde dus de leningen vermeld onder 5 tot en met 10, de gemiddelde rente van de gemeentelijke lenings- dienst in rekening worden gebracht, en wel over het exploitatie jaar 1977/1978 de rente van 1977, over het exploitatiejaar 1978/ 1979 de rente van 1978 en zo vervolgens: de aflossing blijft gebaseerd op de oorspronkelijke, per 11 februari 1977 verschuldigde annuïteiten; met inachtneming van de bepaling onder b. t/m d. verstrekt de gemeente aan de "Woningbouwvereniging St. Joseph" opgave van de bedragen der annuïteiten en voor zoveel nodig de aflos singsplannen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 384