bijl. nr. 75 -2- daardoor in de gewenste staat is of blijft omdat ook de ge meentelijke financiële middelen aan beperkingen gebonden zijn. Bovendien heeft de gemeente niet steeds een adequate functie voor een dergelijk pand. Dit geldt zeker in deze gemeente die vele monumenten heeft. Het afstoten van een pand kan naar onze mening in vele gevallen, wanneer er een particuliere bestemming is en er particuliere financiële middelen zijn, een betere gedragslijn zijn, zeker als bij verkoop een restau ratie- en instandshoudingsplicht wordt opgelegd. Naar de mening van ons college is een dergelijke gedragslijn niet tegenstrijdig aan een verantwoord monumentenbeleid. Voor de panden Veemarktstraat 68-68a en liesbosstraat 43-45 willen wij Uw raad thans een tweetal voorstellen tot verkoop voorleggen. In afwachting van de resultaten van het onderzoek naar boven genoemde kwestie, welk resultaat ter discussie zal aangeboden worden aan Uw raad, hebben wij gemeend in sommige gevallen een beslissing niet langer te moeten uitstellen. Il.Veeaarktstraat 68-68a Op 12 dec.1973 heeft ons college besloten het pand Veemarkt straat 68-68a ten verkoop aan te bieden. Het in maart van dat jaar opgestelde taxatierapport kende een waarde van 25.000,-;- toe aan het .pand. Dit bedrag kwam overeen met het bod van de gegadigde voor koop van het pand, de heer Froger. Alvorens wij met een voor stel tot verkoop aan de heer Froger bij Uw raad kwamen, is met de heer Froger een plan opgesteld m.b.t. de aanpassing van het pand aan het beeld van de bebouwing kop Veemarktstraat. Nu de bebouwing van de kop Veemarktstraat weldra een aanvang zal nemen en de restauratie en aanpassing van het pand Veemarkt straat 68-68a tegelijk met voornoemde bebouwing zal plaats vinden, achten wij het opschorten van de verkoop van onderhavig pand niet gewenst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 391