bijl. nr. 80
-4-
daarom reeds in de periode tot 1987 bezinning op de mogelijk
heden voor verdere industrielocaties. Een eventuele mindere behoefte
werkterrein kan tot uidrukking komen in de dekking van behoefte
over een langere planperiode, in het vroegtijdig afronden van be
paalde ontwikkelingen of in het niet realiseren van geplande
terreinen.
s
Ten slotte kan - hoewel eigenlijk ten overvloede - worden opge
merkt dat voor het voeren van een gemeentelijke werkgelegenheids
beleid niet alleen de oppervlakte van de werkterreinen van bete
kenis is. Van evenveel of meer belang is dat de prijs van de ge
plande terreinen aanvaardbaar is.en blijft voor de ondernemer die
overweegt zich te vestigen of uit te breiden. Aan dit punt zal
doorlopend, via de diverse exploitatie-opzetten, de.nodige aan
dacht dienen te worden besteed.
Ket moge voor zich spreken dat bij dit alles aan het handhaven
èn/of de uitbouw van de.overige positieve vestigingsplaatsfactoren
onverminderd zorg zal worden besteed.
Kwaliteit werkterreinen.
Buiten de reöle hoeveelheid werkterrein en de prijs daarvan is
ook de ligging van de werkterreinen nog van grote betekenis voor
een te voeren werkgelegenheidsbeleid. Bij de in punt 3. genoemde
werkterreinen valt daarbij op dat deze terreinen geheel of in
elk geval grotendeels moeten worden ingepast in of aan de randen
van een woonmilieu. Reeds in de "Nota van burgemeester en wethouders
m.b.t. het te voeren werkgelegenheidsbeleid" ligt een belangrijk
uitgangspunt opgesloten, dat een dergelijke inpassing realiseer
baar kan maken. In deze nota werd immers gesteld dat een selectief
vestigingsbeleid nodig is om Breda als "schone" vestigingsplaats
te pousseren ten einde die bedrijven aan te trekken die een goed
milieu waarderen en in stand houden. Dit uitgangspunt is ook nu
nog van onverminderde betekenis. Een selectief acquisitiebeleid