bijl. nr. 80 -6- van een vestigingsplaatsonderzoek kan hierbij als een belang rijke stap worden beschouwd. Dienstensector. De Nota werkterreinen'75-87 geeft expliciet doorgerekend de be hoefte tot 1987 aan industrieterrein. Het totaal additioneel be nodigde aantal arbeidsplaatsen in de dienstensector is echter tevens weergegeven. Rekening houdend met het gedeelte daarvan dat op het industrie terrein gehuisvest zal worden en rekening houdend met de kantoor ontwikkeling zoals deze in de binnenstad is gedacht, kan, onder bepaalde vooronderstellingen en met toepassing van een enkele aan vulling, de additionele kantoorterreinbehoefte voor het gebied buiten de binnenstad worden benaderd. In een gewijzigd ontwerp van de zogenaamde kantorennota zal met het cijfermateriaal uit de Nota werkterreinen 75-87 rekening worden gehouden. Uit de nota blijkt nogmaals het grote belang dat aan de diensten sector 'moet worden gehecht. Naast het voorkomen van een te sterke daling van de industriële werkgelegenheid houdt de opzet van de nota mede in een noodzakelijke onderbouwing van de dienstensector. De Nota werkterreinen 75-87 stelt op dit punt: "Afname van de aandelen der agrarische- en industriële sector met een vrijwel gelijkblijven van de bouw, betekent voor de diensten sector een toename tot een aandeel van ca. 62$ van de totale werkgelegenheid in deze gemeente", (thans ca. 54$) Een dwingender reden om thans te komen tot een spoedige afhande ling van de kantorennota is nauwelijks denkbaar. U zult van ons college binnenkort nadere voorstellen mogen verwachten. Rijkssteun. Bij de becijfering van de additionele behoefte aan werkterreinen is de niet onaanzienlijke uitbreiding van de bevolking van Breda door de ontwikkeling van hot gebied van do Ilaagoo Boomdon.van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 427