bijl. nr. 80 -7- grote betekenis. Het is goed om zich zeer nadrukkelijk te rea liseren voor welke taak Breda zich op werkgelegenheidsgehied hij de ontwikkeling van de Haagse Beemden gesteld ziet. De Nota werkterreinen 75-87 laat daar geen enkele twijfel over 'bestaan. Geeft de ontwikkeling over de laatstbeker.de 2 jaar (1971-1973) een daling van het aantal arbeidsplaatsen te zien met gemiddeld 500 per jaar, de geprognosticeerde additionele behoefte aan werkterreinen steunt op een toename van het benodigde aantal arbeidsplaatsen van gemiddeld 1100 per jaar.- De opmerking in de nota dat Breda zonder duidelijke overheidssteun voor de.eerst komende jaren, zeker zolang er geen duidelijke economische op leving zal plaatsvinden, waarschijnlijk met snel stijgende werkloosheidscijfers te maken zal krijgen, welke voor een be langrijk deel een structureel karakter zullen hebben, verdient dan ook de bijzondere aandacht. Het besef dat dit gevaar van stijgende structurele werkloosheid slechts geldt binnen het ge kozen uitgangspunt dat Breda werkgelegenheid voor de eigen beroepsbevolking wil mogelijk maken, waardoor het probleem geheel of ten dele "oplosbaar" zal blijken door een toenemende pendel, samenhangend met een ontwikkeling van Breda als woonstad, is daarbij slechts een zeer schrale troost. Een dergelijke ont wikkeling betekent immers dat het juist genoemde en naai onze mening van grote betekenis te achten uitgangspunt dat Breda werk gelegenheid moet kunnen bieden voor de eigen beroepsbevolking al te zeer wordt ondergraven. Vlij menen dat deze problematiek met de grootst mogelijke nadruk onder de aandacht dient te worden ge bracht van de provinciale- en rijksoverheid, met de notitie dat waar nodig niet alleen wordt gerekend op die steunmaatregelen, die een redelijke grondprijs kunnen garanderen, maar tevens op de toepassing van de regionaal economische maatregelen, in het bijzonder de investeringspremieregeling, die een adequate toe vloed van werkgelegenheid naar Breda mogelijk kunnen maken. Dit laatste punt past geheel in de gedachte van de provinciale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 428