bijl. nr. 80 -8- overheid, die in de discussienota werkgelegenheid 1975 niet alleen pleit voor een voortzetting en uitbreiding van de i.p.r. maar die daarenboven dit pleidooi inbedt in een planologisch kader, dat de nadruk legt op bundeling van economische krachten binnen de stedelijke gebieden. Activiteiten Aan het aspect van de acquisitie van de gemeente Breda, die op de taakverzwaring zal dienen te worden afgestemd, zal zekér niet voorbij gegaan kunnen worden. In ruimere zin kan gesteld worden dat het totale - inhoudelijke - vestigingsbeleid en de organisatie daarvan met de noodzakelijke werkgelegenheidsontwikkeling zal dienen te worden geconfronteerd. Vooraleer ter zake echter uitspraken kunnen worden gedaan is nadere studie noodzakelijk. Wij hopen op dit aspect te gelegener tijd bij U te kunnen terugkomen. Duidelijk is echter wel dat los van de concretisering van het te voeren vestigingsbeleid het van grote betekenis is dat tijdig over de juiste gegevens kan worden beschikt. Wij streven er dan ook naar van nu af aan de bedrijfstellingen jaarlijks te doen houden. Daarenboven menen wij dat het noodzakelijk zal zijn de berekening van de additionele behoefte aan de diverse werkterrein en minstens eens in de vijf jaar bij te stellen. Voor wat dit aspect betreft hebben wij reeds in punt 3 opgemerkt dat de,eerst volgende bijstelling in elk geval vóór 1980 zal dienen plaats te vinden. Conclusies - De additioneel benodigde hoeveelheid industrieterrein tot 1 987 lean vrijwel geheel worden gelocaliseerd in dc Haagse Beenden, Moleneind-oost en op het niet bebouwde gedeelte van het E.nka- terrein. De beoordeling van de aard en de omvang van het in dustriegebied Haagse Beemden zal door Uw raad kunnen plaats vinden in het kader var. de behandeling van het structuurplan Haagse Beemden, terwijl U voor de overige terreinen bij gelegen heid de nodige voorstellen zullen worden gedaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 429