aan de raad der gemeente Breda t Ond/1/64216 28-1-1976 Bi nr. 12 Voorstel van burgemeester en wethouders tot voorlopige vast stelling van de bedragen, als bedoeld in artikel 88, eerste on tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs. Ingevolge het bepaalde in artikel 88, eerste en tweede lid, van de Wet op het voortgezet pnderwijs stelt de raad jaari i.jks niet betrekking tot het gemeentelijk gymnasium voorlopig vast: a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar aan exploitatiekosten heeft uitgegeven; b. het bedrag, dat door het rijk hiervoor beschikbaar werd ge steld. Om de vijf jaar dienen tevens de totaalbedragen en een 'eventueel verschil tussen a en b voorlopig vastgesteld te worden. Thans zijn de voorlopige vaststellingor. over de jaren 1969 tot en met 1973 aan de orde. Uit de bijlagen blijkt, dat de vijfjarige periode 1969 tot en met 1973 sluit met een voordelig saldo, zodat aan de bijzondere schoolbesturen geen doorbetaling behoeft plaats te vinden. Wij stellen U voor de bedragen voorlopig vast te stellen conform bijgaand concept besluit. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie onderwijs. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 438