-2
bijl. hr. 90
Voor een volledige specificatie van de ramingen alsmede een
uitgebreide toelichting mogen wij U verwijzen naar bijlage I.
De voornaamste oorzaken van de geringere stijging kunnen per
onderdeel als volgt worden toegelicht,
a. r r onto fond.c". j t kerir.g°n.
In de loop van 1975 zijn de gemeentefondsuitkeringen in het
kader van het werkgelegenheidsbeleid tweemaal extra verhoogd.
Voor 1976 i3 doorwerking van deze maatregelen bij wijze van
stelpost geraamd op 981.000,Daar in de oorspronkelijke
begroting 1975 met deze verhogingen nog geen rekening kon
v/orden gehouden is het hoge accrespercentage 1976 t.o.v. 1971^
voor ongeveer 1,5$ een gevolg van deze extra uitkeringen.
Voor 1977 werken deze uitkeringen op de normale wijze door.
Een tweede factor is gelegen in het feit, dat de uitkeringen
1976 volgens de huidige berekeningen ongeveer f 300.000,lager
zullen uitkomen dan op grond van de eigen prognose werd ver
wacht. Reeds in de nota van aanbieding bij de begroting 1976
is gewezen op het nadelig verschil van 328.000,tussen de
eigen prognose, waarop de raming in de begroting werd ge
baseerd en het vermoedelijk beloop van de uitkering berekend
volgens de ministeriële richtlijnen.
Een'en ander betekent, dat ook voor 1977 t.o.v. de geraamde
capaciteit 1976 een tegenvaller tot minimaal genoemd bedrag
moet worden geïncasseerd.
b. Belastingen
De belastingopbrengst steeg van 1975 op 1976 met 12,2$; het
accrespercentage 1977 t.o.v. 1976 komt bij een algemene
Deze geringere stijging kan goeddeels worden verklaard uit.
het feit, dat in 1975 enkele belastingen en lagere opbrengst
te zien geven dan aanvankelijk werd verwacht, te weten:
- Onroerena-goedbelasting wegens gemis aan opbrengst van leeg
staande panden en als gevolg van een door het rijk toege
past afrondingssysteem 125.000,
- rioolrecht A 50.000,
tariefsverhoging van 8$ uit op 9,2$, derhalve 3$ minder.