aan de raad der
gemeente Breda
1 8 DEC. 1975
<*--
V
V Voor de aanleg van de speelgelegenheid op de Veurnestraat was het
VERBETERD EXEMPLAAR
St/59668
29-10-1975
Pes-ïsalng:
J.
<AC v i C<~>
;r~
Cb
LJjXSy
nr. 402
en wethou-
Voorj?t£lr*flkn" burgemeester
ders tot het beschixbaarstellen van
een aanvullend krediet voor het ge
deeltelijk herstraten van de Veurne-^
straat
Bij Uw besluit van 17 oktober 1974 voteerde U een krediet van
;ber 1975* 34.500,(incl. 22.000,voor het voor uitgifte geschikt
1 maken van terreinen) voor de aanleg van twee speelgelegenheden in
de wijk Wisselaar en wel
a. een op de Veurnestraat, waarvoor het wegdek tussen de Neulebeke-
straat en de Middelkerkestraat moest worden onderbroken, zodat
een verkeersvrije verbinding zou ontstaan tussen de woonwijk en
de kinderspeelplaats;
ig ia voor b. een op het binnenterrein tussen de Stadenstraat en de Vlaanderen-
straat
Deze twee speelgelegenheden moesten dienen ter compensatie van de
op verzoek van de omwonenden opgeheven speelplaats aan de Nenen-
o vergadorir,; straat. Wij konden er in ons ter zake uitgebracht voorstel melding
van maken, dat de nieuwe situering van de speelgelegenheden gekozen
was in overleg met de buurtbewoners. Vertegenwoordigers van de
diensten van openbare werken en van beplantingen hadden dit overleg
..f gepleegd met de stichting buurt- en wijkopbouwwerk als coördinator
tussen gemeente en belanghebbenden.
noodzakelijk een gedeelte van die straat te onttrekken aan het open
baar verkeer. De procedure hiertoe - in de Wegenwet voorgeschreven -
werd op 11 oktober 1974 met de gebruikelijke bekendmaking in dag-
blad "De Stem" ingezet. Belanghebbenden werden gedurende de periode
van 16 oktober tot en met 13 november 1974 in de gelegenheid ge
steld op het gemeentelijk informatiecentrum kennis te nemen van een
tekening, waarop het betreffende deel van de Veurnestraat nader was
aangegeven en zij werden tevens in de gelegenheid gesteld hun even
tuele bezwaren schriftelijk aan Uw raad kenbaar te maken. Van deze
gelegenheid werd geen gebruik gemaakt, hetgeen geenszins verbazing
behoefde te wekken, aangezien - zoals eerder vermeld - over de