-10- bijl. nr. 90 c. Van de direct te verdelen middelen, gelijk aan 97$ van de capa citeit, wordt aan de looncomponent van de onderscheiden budgetten toegerekend: de compensatie van de kosten van algemene salarismaatregelen 2. 2wegens rebel accres. Het daarna resterende deel van de capaciteit wordt verdeeld naar rato van de overige kostencomponent van elk. budget (uitgezonderd vaste budgetten). Toepassing van deze spelregels leidt tot de volgende verdeling 1977. Reserve nieuw beleid 2,5$ 2.347.500, Post onvoorzien 0,5$ 469.500,— Totaal looncomponent 46.901.800, Totaal overige kosten-component (excl. "onvoorzien") 44.182.100, Totaal totaal capaciteit 93.900.900. Bij deze verdeling stijgt de overige kosten-component slechts 1,8$ t.o.v. 1976. Hieruit blijkt wel heel duidelijk hoe moeilijk in feite de situatie is. Dit spreekt nog indien men zich realiseert, dat voor 1977 bij de begrotingssamenstelling wordt uitgegaan van een prijs stijging van 8$ Omdat niet alle kostenfactoren aan prijsstijgingen onderhevig zijn, mag genoemd groeipercentage van 1,8 niet zonder meer op een lijn worden gezet met de aangenomen prijsstijging van 8$. V/el moet naar onze mening geconcludeerd worden dat een groei van 1,8$ van de overige kosten—component mede in relatie tot genoemde prijsstijging te laag is nu als reëel uitgangspunt voor de opzet van de concept-begrotingen te kunnen dienen. Wij hebben daarom gezocht naar een andere wijze van verdeling van de middelen. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende mogelijkheden. a. beperking van de reële stijging van de looncomponent. Bij de be groting 1 976 is gebleken, dat bij een toedeling van 2$ over de looncomponent (naast compensatie voor algemene loonmaatregelen) geen bijzondere problemen zijn ontstaan bij de raming voor personeel; bij de grote loonintensieve budgetten bleek ruimte beschikbaar voor inpassing van meerdere personeelsuitbreidingen. Het lijkt daarom mogelijk in de verdeling de stijging van de looncomponent te beperken tot 1$.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 486