bijl. nr. 402
- 2 -
nieuwe situering van de speelgelegonheden naar onzo overtuiging
overeenstemming bestond met de omwonenden.
Op 13 maart 1975 besloot Uw raad het betreffende deel van de Veur-
nestraat aan het openbaar verkeer te onttrekken en dat besluit werd
goedgekeurd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij besluit
van 25 juni 1975» 0.nr.144.024.
Omdat het plantseizoen vorderde was inmiddels - ha gepleegd overleg
met de provinciale griffie - met de uitvoering van het werk begon
nen.
Nauwelijks was met het werk een aanvang gemaakt of de bewoners vL_
de Veurnestraat schreven een brief, waarin zij bezwaren,maakten
tegen de aanleg van de speelgelegenheid op de Veurnestraat en waar
in zij om een onderhoud vroegen met de betreffende portefeuillehou
der. Dit onderhoud vond plaats op 7 april 1975 en hierin werd door
de afgevaardigde bewoners van de Veurnestraat gesteld:
a. dat zij niet op de hoogte waren van de plannen om een speelgele
genheid op de Veurnestraat aan te leggen;
b. dat er naar de mening van alle bewoners van de Veurnestraat in
die straat geen behoefte aan een speelgelegenheid bestaat.
Afgesproken werd:
1. dat het werk voorlopig wordt stilgelegd;
2. dat een verslag van de bespreking' aan de opbouwraad Breda-Noord
zou worden gezonden met verzoek,mede te delen hoe in deze gehan
deld was;
3. dat na ontvangst van de reactie van de opbouwraad de delegatie
van de bewoners opnieuw voor een gesprek zou worden uitgenodi
Bij brief van 7 juni jl. schreef de opbouwraad Breda-i-Noord o.a.
1dat een vergadering voor alle bewoners was uitgeschreven;
2. dat vaststaat, dat alle bewoners voor bedoelde vergadering een
uitnodiging hebben ontvangen;
3. dat slechts 7 bewoners aan de uitnodiging gehoor hebben gegeven.
De brief van de opbouwraad Breda-Noord en ons antwoord daarop hebben
wij voor U ter'visiè gelegd, evenals het verslag van de daarop op
9 september jl. gevolgde nieuwe bespreking met een delegatie van be
woners van de Veurnestraat.