bijl. nr. 96 -5- d. een bekendmaking van het verzoek om vergunning in de plaatselijke pers; e. ter inzage legging van het verzoek om vergunning met bijbe horende bescheiden op de secretarie. Wij zijn er vrijwel van overtuigd, dat door deze procedure iedereen wiens belangen in het kader van de hinderwet beschermd moeten worden wordt bereikt. De praktijk bewijst dit ook ruimschoots. Sedert vele jaren heeft ons eerst onlangs een opmerking bereikt, dat men van een aanvrage niet op de hoogte was. Van het door U bedoelde "napruttelen" is ons, behalve die (5ne keer nooit iets gebleken. In dit verband mag wel worden opgemerkt, dat eventuele klachten betrekking moeten hebben op de hinder vanuit de betreffende inrichting. De praktijk leert, dat.veel bezwaren worden ingediend, waaraan door toepassing van de hinderwet niet kan worden tegemoetgekomen. 2. Uit ons antwoord op vraag 1 zal U duidelijk zijn dat wij geen aanleiding vinden in dit verband een onderzoek in te stellen of uitbreiding te geven aan dewijze van bekendmaking. Wij laten daar bij in het raidden of een uitbreiding als door U voorgesteld praktisch te verwezenlijken is en of het een voor de gemeente verantwoorde werkwijze is tegen de achtergrond van de belangen bescherming van burgers 3. Over elke aanvrage en over de te volgen procedure kan iedereen een volledig objectieve informatie verkrijgen op de afdeling Bestuur en Kabinet ter secretarie. Wij zullen daarvan nog expliciet melding maken in onze schriftelijke kennisgevingen. Gelukkig maakt het publiek van deze mogelijkheid al ruimschoots gebruik. Wij zien niet in dat wij hierbij andere instellingen of verenigingen zouden moeten betrekken, zolang daarom door infor mant niet gevraagd wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 545