gemeente Breda
bij bijlnga nr. 102
Ee raad der gemeente Breda;
voorgenomen het beroepschrift d.d 2 januari 1976, ingekomen 6
januari 1976, van de heer J.J.Crince, wonende Vlierstraat 47a,
tegen de aanschrijving van burgemeester en wethouders d.d. 10
december 1975, de nodige voorzieningen te treffen ter opheffing
van de gebreken aan de woning Eavelselaan 293a, waarvan de daken
lek zijn en de schoorstenen in slechte staat vorkeren;
ovenveger.de, dat de aanschrijving gebaseerd is op artikel 25,
lid 1 van de Woningwet en artikel 307 van de bouwverordening
voor de gemeente Breda;
dat het beroep binnen de in artikel 30, lid 1 van de Woningwet
bepaalde termijn is ingesteld;
dat appellant derhalve in zijn beroep ontvankelijk dient te word
verklaard
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 30, lid 1 van de Woningwet en de artikelen 389
en 390 van de bouwverordening voor de gemeente Breda;
met overneming van de door burgemeester en wethouders in hun
bovenvermeld voorstel vermelde motieven het beroepsschrift van
J.J.Crince voornoemd ongegrond te verklaren.
besluit:
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.