fi
0
aan de raad der
gemeente Breda
a
out 86
fi
er
geven
t-
en
pa-
chrijf-
orden
tellen
uiten,
voor
a,
r.
Ond/1/68222
25-2-1976
Bijlage nr. 114
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het vaststellen van de
exploitatievergoeding, bedoeld in
artikel 73 van de kleuterondervijs-
wet voor de bijzondere kleuterscholen
over het jaar 1975.
Door de besturen van de bijzondere kleuterscholen in deze gemeente
0 zijn, overeenkomstig artikel 75, lid 1, van de kleuteronderwijswet
aanvragen ingediend ter verkrijging van de exploitatievergoeding,
als bedoeld in artikel 73 van de wet, over het jaar 1975.
Bij ons besluit van 26 maart 1975 zijn aan bedoelde schoolbesturen
voorschotten op de exploitatievergoeding verstrekt.
Ingevole artikel 75, lid 3, van de kleuteronderwijswet bepaalt de
gemeenteraad het bedrag der vergoedingen, waarop de schoolbesturen
aanspraak hebben.
Het verschil tussen de definitieve vergoeding en het daarop verleende
voorschot dient met de schoolbesturen te worden verrekend.
De exploitatievergoeding wordt berekend naar het aantal gebruikte
lokalen, dat in verband met het aantal leidsters, van wie de be
zoldiging door het rijk wordt vergoed, noodzakelijk is te achten
en over het gemiddeld aantal kleuters van het betrokken kalender
jaar.
De vergoeding per lokaal en per kleuter is door de minister van onder
wijs en wetenschappen voor 1975 vastgesteld op 3.230,per lokaal
0 en 50,per kleuter.
Wij vestigen er Uw aandacht op, dat deze door de gemeente uit te
keren vergoedingen krachtens artikel 77, lid 3, van de kleuter
onderwijswet aan het rijk worden gedeclareerd.
Op grond van het bovenstaande doen wij U hierbij een ontwerp-besluit
toekomen tot vaststelling van de exploitatievergoeding van de bij
zondere kleuterscholen in deze gemeente over het jaar 1975.