bijl. nr. 129
-2-
4. Op 1 mei 1975 vond vervolgens behandeling van de nota "De kan
toorontwikkeling in Breda tot 1990" plaats in de commissie ruimte
lijke ordening. In deze vergadering, waarin de discussie vanwege
tijdgebrek niet kon worden afgerond, werd door een aantal leden
aangedrongen op een gecombineerde vergadering van de commissie
ruimtelijke ordening en economische zaken.
V
5. Op 29 mei 1979 vond voor de kantorennota een gecombineerde ver
gadering plaats van de commissies ruimtelijke ordening en econo
mische zaken. In deze vergadering vond een uitgebreide discussie
plaats, die echter niet leidde tot een advies. De meeste leden
onthielden zich van stemming.
6. Op 14 november 1975 kon worden beschikt over het advies van de
St.A.R. over de nota "De kantoorontwikkeling in Breda tot 1990".
In dit advies vond met name een berekening plaats van de kantoor-
terreir.behoefte. Door het hierna onder 2 genoemde rapport als uit
gangspunt te nemen voor de berekening van de kantoorterreinbe-
hoefte kon in belangrijke mate tegemoet worden gekomen aan het
in het advies gestelde.
Da afronding van deze totale procedure hebben wij ons gezet aan het
her-redigeren van de tekst van de nota, daarbij rekening houdende o"u
drie zaken.
1 De resultaten van de behandeling in de raadscommissies en de St.AH;
2. De laatste bevolkings- en werkgelegenheidsprognose in de "Raming
van de additionele behoefte aan specifieke werkterreinen in de ge-
meente Breda in de periode 1975 tot 1987".
3. De concretisering van de binnenstadsplannen, zoals tot uitdrukking
komende in het "Preadvies van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van een aantal basisbesluiten voor het structuurplan van
dc binnenstad".