gemeente Breda Bij bijlage no. 131 Do raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gelet op het bepaalde in artikel 62, 2e lid, van de gemeentewet en de artikelen 49 t/ra 58 van het reglement van orde voor de ver gaderingen van de gemeenteraad; besluit: I in te stellen een vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders voor cultuur; II voor deze commissie de volgende verordening vast te stellen; VERORDENING VOOR DE COMMISSIE CULTUUR Artikel 1 1De commissie bestaat uit twaalf leden. 2. Vijf leden worden door en uit de raad benoemd. Voor elk lid benoemt de raad uit zijn midden tevens een plaatsvervangend lid; wethouders zijn niet benoembaar. 3. Zeven leden en zeven plaatsvervangende leden worden door de raad benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders van zo mogelijk twee personen voor ieder te benoemen lid en plaatsvervangend lid. Deze leden dienen binding te hebben met sectoren van het maatschappelijk leven die belang hebben bij een adequate instandhouding en ontplooiing van het cul turele leven. 4. De voorzitter wordt door en uit het college van burgemeester en wethouders aangewezen. Hij i3 geen lid van de commissie. Hij mag aan de beraadslagingen deelnomen en hij heeft daar bij een raadgevende stem. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt hij vervangen door degene, die daar toe door en uit het college van burgemeester en wethouders wordt aangewezen. 5. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan het col lege van burgemeester en wethouders voor de behandeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 667