aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 142
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
VRAAG (gësteld in de raadsvergadering d.d. 5-2-1976).
De heer Veelenturf:
b
Reeds meermalen heb ik vragen gesteld over het ontbreken, res-
v pectievelijk niet functioneren van de straatverlichting van
diverse gedeelten van Princenhage. Ook deze keer wil ik derge
lijke vragen stellen.
De Rithsestraat vanaf de Turfvaart beschikt over een drietal
straatlantaarns, waarvan er ddn het af en toe doet. Deze weg is
overigens ontstellend duister en op het zeer donkere viaduct
hebben bij tijd en wijle sommige illustere figuren behoefte aan
het houden van een persoonlijke tentoonstelling, dit tot overlast
van de schoolgaande jeugd en anderen die van deze weg gebruik
moeten maken. Ook de Rijsbergseweg hult zich in een hinderlijke
duisternis, in het bijzonder de ventwegen en het aldaar aanwezige
viaduct.
Deze situaties doen mij de volgende vragen stellen.
Wil het college op zeer korte termijn de bestaande verlichting aan
de Rithsestraat in orde laten brengen en uitbreiden tot op zijn
minst voorbij het viaduct?
Willen b. en w. in het overleg met rijkswaterstaat, dat zij in
verband met mijn vragen over de verlichting van de ventwegen bij
de Lieoboslaan proberen te voeren, ook de Rijsbergseweg betrekken?
Zou het college een plan willen opstellen waarmee kan worden voor
zien in een fatsoenlijke verlichting in de buitengebieden van
Breda-West?
ANTWOORD
De verlichting op het gedeelte van de Rithsestraat tussen de
Turfvaart en de rijksweg 16 is in hot ongerede geraakt door toe
doen van rijkswaterstaat bij de aanleg van de kunstwerken daar
ter plaatse.
IZ/-
11-5-1976