bijl. nr. 13 -2- Ook in 1975 is dezelfde gedragslijn gevolgd. De margeverbetering voor het distributiebedrijf in 1974, respectievelijk 1975, bestond uit een bedrag per aansluiting van 17,50 respectievelijk 25,50. Met ingang van 1 januari 1976 zou een algemene herziening van het inkoopcontract volgen. De onderhandelingen tussen de VEGIN en de Gasunie over de aan passing van de bruto-marge kleinverbruik voor 1976 hebben gere sulteerd in de volgende maatregelen: a. een partiële margeverbetering voor de bedrijven met een ge middeld verbruik per aansluiting in 1976 van minder dan 3000 m3 per jaar, in dier voege dat een bedrijf met een ge middelde afzet per jaar van 2000 m3 voor 1976 25,per aansluiting ontvangt, welk bedrag geleidelijk afloopt tot nihil bij een bedrijf met een gemiddelde afzet per jaar van 3000 o3. b. Een generale margeverbetering voor alle bedrijven van 4, per aansluiting voorwaardelijk. Dit bedrag kan hoger of lager zijn maar het minimum-bedrag is 3, De gestelde voorwaarden waarom het hier gaat zijn: 1. Aangenomen wordt dat de stijging van de loonsom (CBS-index- cijfer) in 1976 10# zal zijn. Indien zou blijken dat de werke lijkheid anders uitvalt, zal voor iedere procent afwijking een correctie worden toegepast van 0,75 per aansluiting. 2. Voorts wordt aangenomen dat de stijging van de groothandels- .j prijzen (CBS-indexcijfer) in 1976 7# anders zal zijn. Zou nadien blijken dat ook hier de werkelijkheid, anders is, dan zal voor iedere procent afwijking een correctie worden toegepast van 0,25 per aansluiting. Het minimum-bedrag van 3,per aansluiting heeft betrekking op het totaal effect van de voorwaarden 1 en 2. c. Een generale margeverbetering van 6,per verbruiker door verhoging van het vastrecht per 1 januari 1976. De betreffende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 72