bijl. nr. 142 -8- wetwoning kopen voor ongeveer 60.000,en zij ontvangen daar bij nog een in tien jaar aflopende subsidie van ongeveer 27.500, Bovenstaande geeft mij aanleiding tot het stellen van de volgendo vragen: a. Acht het college bovengenoemde verkopen vanuit sociaal oogpunt aanvaardbaar. b. Is het college bereid nadere voorwaarden te stellen aan de verkoop van woningwetwoningen aan de bewoners, waarbij te denken valt aan een inkomensgrens die verband houdt met het huidige inkomen. c. Is het college bereid de minister te informeren over de boven gesignaleerde gevallen. Gemotiveerde beantwoording van de vragen wordt op prijs gesteld. ANTWOORD In antwoord op de in Uw bovenaangehaald schrijven gestelde vragen, delen wij U het volgende mede. a. In ons preadvies d.d. 16 mei 1974 bijlage nr. 162 inzake de verkoop van woningwet- en andere in complexen geöxploiteerde woningen, wordt o.m. als motief aangevoerd dat het helemaal niet denkbeeldig en waarschijnlijk zelfs zeker is, dat eenge zinswoningen met een huur van 150,200,per maand eigen dom worden van personen die qua huurcapaciteit - welke gerela teerd is aan het bruto-inkomen - het twee drievoudige zouden kunnen betalen. Dit is in feite dezelfde constatering als die U doet. Niettemin heeft de gemeenteraad genoemd preadvies met 15 stemmen' voor en 16 stemmen tegen verworpen. b. Vooropgesteld moet worden dat de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ter zake voorwaarden stelt, met name ten aanzien van de inkomensgrens, waaraan in ieder geval moet worden voldaan en dat de gemeente nadere voorwaarden kan stellen. Aan de inkomensgrens kan de gemeente derhalve niet tornen, nog afgezien van het feit dat een vergelijking tussen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 736