bijl.nr. 13 -4- trekking tot de prijsregeling 1976 tot en met 1980. Hierbij zal een indexatie-systeem worden ingebouwd, ten einde te voor komen dat ieder jaar opnieuw over de aanpassing van de bruto marge a^n gestegen kosten en geldontwaarding moet worden onder handeld. Hierover alsmede over de op basis hiervan vast te stellen formule vindt nog overleg plaats. In afwijking van deze formule gelden voor 1976 hiervoor genoemde maatregelen. Water Door de tariefverhoging met 10$ per 1 oktober 1975 (raadsbesluit van 18 september 1975, nr. 278) kan deze stelpost volledig worden gerealiseerd. Elektriciteit. Tengevolge van het wegvallen van het plafond in de aardgasprijs vanaf 1 januari 1976 zal de aan dé afnemers in rekening te brengen brandstofprijs in het komende jaar 1976 oplopen tot circa 145,De stijging van de brandstofprijs ten opzichte van 1975 (gemiddeld 113,betekent voor de afnemers een ver hoging van de kostprijs per kWh met ruim 1,1 cent voor groot verbruikers en ongeveer 1,3 cent voor kleinverbruikers (inclusief B.T.W. 1,5 cent).Aangezien de stijging van de brand* stofprijs in 1976 automatisch leidt tot een ruimere marge - de brandstoffactor in de verkoopprijs is respectievelijk 0,000355 en 0,000400 en in de inkoopprijs tot nu toe 0.000350 - en een matiging van met name de loonkostenstijging niet onwaar schijnlijk mag worden geacht, stelt de PNEM voor de tarieven, zowel voor grootverbruikers als kleinverbruikers, voorlopig tot 1 juli 1976 ongewijzigd te laten. In de loop van april 1976, wanneer de afzet-ontwikkeling en de werkelijke kostenstijging voor 1976 beter beoordeeld kunnen worden, zal nader gezamenlijk,overleg volgen met betrekking tot het te voeren prijsbeleid en dekking van de autonome kosten stijging. Ten einde de distributiebedrijven tegemoet te komen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 74