m de raad der
gemeente Breda
-2<
t be-
com-
rken,
n te
LCO-
ing
lier-
ie
eda,
3ter.
Ls.
St/6/72308
21-4-1976
Rij3 nr,n nr. 1j?
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het bes chikbaarst c1-
len van een krediet voor hot aan
brengen van c.v.-installaties in
woningen der gemeente ten behoeve
van lichamelijk gehandicapten.
Regelmatig hebben wij U in de afgelopen tijd incidenteel voorstel
len gedaan tot het aanbrengen van een centrale verwarmingsinstal-
latie in een woning der gemeente ten behoeve van een lichamelijk
gehandicapte huurder c.q. een van diens gezinsleden. Veelal was
het werk dan reeds in uitvoering genomen of voltooid, waar-voor wij
bij Uw raad immer volledig begrip ontmoeten.
De voorzieningen betroffen altijd zodanige gevallen, waarin van
de zijde van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening op grond van een overgelegde medische indicatie de cen
trale verwarming werd aangemerkt als een woningaanpassing ten be
hoeve van een minder valide, in de kosten waarvan volgens de hui
dige regeling 35$ bijdrage ineens uit 's rijkskas wordt verleend.
In verband hiermede vraagt het ministerie per geval een geformuleerd
raadsbesluit.
De overige 65$ niet gedekte kosten dienen op aanwijzing van het
rijk te worden gecompenseerd door een huurverhoging, bij de bere
kening waarvan wordt uitgegaan van de restant-levensduur van de
jl'oning en de marktrente. Als regel maakt de huurder tegen een der
gelijke huurverhoging, mede gewettigd door verhoging van het woon
genot, allerminst bezwaar.
Wij vinden aanleiding om te dezer zake tot een vereenvoudigde
werkwijze te komen, en wel om de navolgende redenen. Er lopen
momenteel circa 15 aanvragen voor de aanleg van een c.v.-instal
latie, en er is vooralsnog eerder oen toename dan vermindering van
de gegadigden te verwachten. Uit ervaring weten we immers, dat de
lichamelijke handicap van degene, te wiens behoeve deze voorziening