bijl. nr. 153 -3- Een berekening van de jaarlijkse bijdrage volgens de huidige, vanaf 1 juli 1975 geldende regeling is uit hoofde van onbekendheid met en onzekerheden ter zake van enkele daartoe noodzakelijke gegevens vrij wel niet te geven, doch overigens voor de huurbepaiing ook niet (meer) van belang. In tegenstelling tot de voorafgaande regeling is namelijk die bij drage nu sluitpost geworden, met name in beginsel het verschil tussen de dynamische kostprijshuur en de voormelde vraaghuur. Eet is duidelijk, dat de berekening van een ander nu nog meer dan voorheen een taak van het ministerie is geworden. Volledigheidshalve vermelden wij nog, dat het onderhavige plan niet is betrokken in de door tussenkomst van de eerdergenoemde H.I.D. in Eoord-Brabant ontvangen en ter kennis van de commissie voor openbare werken gebrachte principe-toezeggingen ter verkrijging van rijkssteun voor de bouw van woningen in de jaren 1976-1977-1978. Gezien echter het geringe aantal waarom het gaat hebben wij de stel lige verwachting, dat het plan toch wel met rijkssteun gehonoreerd zal worden. Zowel de toekenning van de leningen en bijdragen door de gemeente aan de bouwvereniging als het aanvragen van gelijke steun uit 's rijkskas behoren tot de compententie van Uw raad, zodat een tweeledig besluit behoort te worden genomen. Resumerende mogen wij U derhalve voorstellen om ten behoeve van de stichting en de exploitatie van een complex van 15 eengezinswoningen in het bestemmingsplan "Heilaar 1971 I. aan de Woningbouwvereniging "St. Laurentius" alhier: a. leningen ingevolge de woningwet te verstrekken tot bedragen gelijk aan de geraamde gror.d- en bouwkosten en b. jaarlijkse bijdragen en bijdragen ineens te verlenen tot ge lijke bedragen als de rijksbijdragen bedoeld onder III sub b

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 768