0 bijl. nr. 166 -2- ons kunnen verenigen, zodat wij het U voor duidelijk inzicht in do ontwikkeling van dezo zaak, onder toevoeging van do vernielde bijlager., betreffende de declarabele honoraria en de werkelijke gemaakte kosten doen toekomen. Er spreekt duidelijk uit, dat er enkele (schets-)plannen zijn ge maakt, alsook dat de belangrijkste oorzaak van het niet doorgaan van een bouwproject wel is gelegen in kritiek op (meer) hoogbouw in de woningwetsector, mede omdat in de voorafgaande jaren op nogal ruime') schaal complexen etagewoningen waren gesticht. V/at nochtans niet in het overzicht is vermeld, is, dat aan de bouwvereniging bij sohrij ven var. 19 november 1573 door de directeur van openbare in over weging is gegeven om op grond van de overwegende bezwaren van de Hoofdingenieur-Directeur Volkshuisvesting tegen dit plan, de voor bereiding te staken. De in het bureau "Architeam." samenwerkende architecten zijn - mo gelijk terecht, althans begrijpelijk - de mening toegedaan, dat men niet zonder meer tekort is geschoten in het voldoen aan de hun ge geven opdracht en dat mitsdien de door hen gemaakte kosten aan de Algemene Woningbouwvereniging "Breda e.o." in rekening kunnen wor den gebracht. Aangezien de bouwvereniging niet over middelen be schikt om daaraan gevolg te geven c.q. de kosten te dekken, doet het bestuur op zijn beurt een beroep op de gemeente om voor dit doel een bedrag te fourneren. Wij willen vooropstellen, dat noch de bouwvereniging, noch ook de gemeente ir. juridisch opzicht tot betaling van ongeacht welke vor dering Van Architeam met succes aangesproken kan worden. In wezen is namelijk in zoverre niet voldaan aan de opdracht en de daaraan gekoppelde voorwaarde, dat op géén moment is geconstateerd, dat het (of een) bouwplan financieel haalbaar was. Tot beoordeling daarvan door de bevoegde diensten is het namelijk nimmer gekomen. Daarbij komt, dat de gemeente - zelf geen opdrachtgeefster - aan de bouwvereniging in deze vrije hand heeft gelaten, waarbij ook nim-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 806