bijl. nr. 166 mer vergoeding van welke kosten dan ook in uitzicht is gesteld. Naast deze argumenten contra betaling van kosten aan de architec ten zijn er anderzijds toch wel omstandigheden, die tot schadeloos stelling van Architeam tot op zekere hoogte aanleiding gevon. Het staat vast, dat de architecten veel arbeid en beduidende kosten aan de ontwerpen hebben besteed en in redelijkheid mag toch eigen lijk niet worden verwacht, dat ze al hun werk "voor niets" zouden leveren. Het is naar onze mening aan omstandigheden buiten hun wil toe te schrijven, dat geen plan kon worden uitgevoerd, terwijl hun werk van hoegenaamd geen betekenis was voor het latere plan, waar van zij ook de architectuur hebben. De bouwvereniging acht zich dan ook in moreel opzicht of hoe dan ook tot vereffing verplicht, waarbij het bestuur - in de loop van ons overleg met hen - zelfs overhelde naar de gedachte, dat met het maken van een plan dat volgens de normen van do woningwet binnen de tootsingsprijs haalbaar zou zijn, aan de verstrekte opdracht wél is voldaan. Dat de gemeente op haar beurt dan wel tot het aan de bouwvereniging verschaffen van de middelen om tot betaling te kunnen geraken, ge houden is, baseren wij enerzijds op de overtuiging dat gestreefd moet worden naar een oplossing in het kader van behoorlijk bestuur en verder op de realiteit, dat van de zijde der gemeente zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau door overleg, adviezen, kortom door de totale opstelling in sterke mate tegenover bouwvereniging én architecten de indruk is gewekt van belangstelling, medewerking en aanmoediging. Het is naar onze mening nauwelijks oirbaar de aldus gewekte ver wachting ongehonoreerd tc laten, alsook dat de gemeente mede naar een bevredigende oplossing moet streven, do welke dan uiteraard zal moeten resulteren in een redelijke en verantwoorde schadeloos-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 807