bijl. nr. 168 -2- De stedebouwkundige adviesraad heeft zich in zijn advies d.d. 8 september 1975 in principe kunnen verenigen net de partiële her ziening 1975/1 van het bestemmingsplan Ginneken 1954 indien er enkele aanpassingen zouden geschieden, De St.A.R. stelt, dat meerdere buurtbewoners het bezwaarlijk vinden dat er bij een eventuele bebouwing groen en bomen verloren gaan. Be betreffende oppervlakte in de bestemmingswijziging begrepen, bedraagt 1350 m2, waarvan bij volledig gebruik 300 400 m2 be- bouwd zou worden. Het totale groen achter de woningen heeft echter een oppervlakte van ongeveer 1 ha. Tevens vinden volgens de St.A.R. de bewoners van de panden Burge meester Middelaerlaan 19 en 21 het bezwaarlijk dat hun tuin plaatse lijk door een muur zou kunnen worden afgesloten. Bij perceel sectie nr. 7141 is dit n.l. reeds het geval aan de lange zijde door een 5m hoge muur. De overige bewoners van de Burgemeester Middelaerlaan vinden dat bij bebouwing veel van de aantrekkelijkheid van het achterterrein ver loren gaat. De St.A.R. adviseert ons college hét volgende: a. een maximaal bebouwingspercentage per perceel van AOfi met een maximum van 100 m2 te hanteren; b. een zodanige situering van de bebouwing, dat het geboomte en de andere begroeiing gespaard blijven; c. de lijn van de achterbegrenzing van het bestemmingsplan op de helft van het perceel sectie nr. 5088 te leggen, zodat de be woners van de percelen Burgemeester Middelaerlaan 1 9 en 21 ge vrijwaard worden van bebouwing. Ons college heeft geen bezwaren tegen het regelen van het bebouwings percentage per bouwperceel indien gekoppeld aan ben maximum bebouwd oppervlak van 100 m2 Een bebouw i re 'n pe reent ago van 50?1 vinden wij verantwoord. Aangezien volgons de plar.voornchriftcn een bouwvergunning 3lechts aiddein een vrijstelling van ons college ken worden verleend knn met de situering van de bebouwing zoveel mogelijk rekening worden gehouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 815