Bij bijlago nr. 19' -3- Artikel 5. De gemeente vrijwaart Grontmij voor aansprakelijkheid tegen over derden ten aanzien van schade, ontstaan tengevolge van de ter verwerking aangeboden afvalstoffen, die in de ont werpen van wet, als bedoeld in artikel 1, niet ter terwerking aangeboden mogen worden. Artikel 6. De afvalstoffen worden aangevoerd over een bij Rijkswater staat en de gemeente, ieder voor een deel in beheer zijnde weg. Door en voor rekening van Grontmij zal het deel van de rij weg c.q. de rijbanen, die in beheer van de gemeente zijn, in goed berijdbare staat worden onderhouden en schoongehouden. Artikel 7. 1 Grontmij draagt voor haar rekening zorg voor: a. het slaan van 3 peilputten van voldoende diepte (ca. 70m) op daartoe geëigende plaatsen; b. het doen verrichten van 2 grondwaterstandspeilingen por maand per put volgens een door het Archief Grondwater standen T.N.O. te Delft aangehouden landelijk meetprogramma; o. het eenmaal per jaar uit elke put nemen van een monster grondwater en het volledig chemisch analyseren daarvan. i 2. 1De resultaten van de gehouden grondwaterstandspeilingen dienen door Grontmij eenmaal per jaar schriftelijk to worden medegedeeld aan het Archief Grondwaterstanden T.N.O. te Delft, de directeur van het Rijksinstituut voor drinkwatervoorziening on de grwonte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 901