-4- Bijlago nr. 196 -5- verband n de r niet t brar.d- et aantal t in de be taler! n e de dat wing kan acties op- omgeving, aetsvinden, caravans ties kan at ie voor an de be- chieden om een aataen het voet- ngeveer d verkeer maken, ed zijn rkeers- eft vrij- et Chassé- Ook de De directeur van de dienst var. Openbare Vlerken is van oordeel dat de belangen van de najaarskermis in de binnenstad en de belangen van de weekmarkten met elkaar strijden. In verband daarmede is het onmogelijk op de Grote Markt gedurende ruim twee weken festiviteiten te organiseren zonder de belangen van de marktkooplieden ernstig te schaden. De Halstraat komt, gezien de beperkte breedte, niet in aanmerking als kermisterrein. De Oude Vest kan niet in aanmerking komen in verband met de verkeersafwikkelling en de bereikbaarheid van een ■g gevestigd garagebedrijf met benzineverkooppunten. Uit de struotuur- schets ven de binnenstad blijkt verder dat het Kloosterplein te zijner tijd voor bebouwing in aanmerking zal komen. De directeur van het Energie- en Waterbedrijf acht de aanwezige lichtmasten in de Halstraat en de Gro.te Markt hinderlijke obstakels bij de plaatsing van de kermisattracties. Het Chasaéveld is thans voorzien van installaties om de levering van elektriciteit en water gedurende de kermisdagen mogelijk te maken. Daarvoor zijn investeringen gedaan die bij een eventuele opheffing van het Chasséveld als kermisterrein onrendabel worden omdat deze installaties dan alleen nog dienst zullen doen ten behoeve van een circus. Voor het treffen van deze voorzieningen op de Grote Markt, Oude Vest en het Kloosterplein zullen deze niet geringe kosten opnieuw moeten worden gemaakt. Uit bovengemelde berichten en adviezen kan worden geconcludeerd dat de stel- ^gnarne van het Comité Behoud Binnenstad, op bladzijde 1 van dit voorstel onder de letters a en c opgenomen, in strijd is met de Visio die de des kundigen over de Bredase kermis geven. Het onder letter b op bladzijde 1 in overweging 'gegeven feit, als zouden op het Chasséveld minder attracties kunnen worden geplaatst, kan niet meer aan de realiteit worden getoetst. Naar onze mening moet worden aangenomen dat de, ten opzichte van het midden der zestiger jaren gewijzigde, huidige situatie in de binnenstad eerder aanleiding geeft te veronderstellen dat er thans mindor attracties in de binnenstad geplaatst zouden kunnen worden dan voorheen. Mede ook omdat do moderno attraction steeds groter worden en dus meer ruimte nodig hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 917