aan de raad der gemeente Breda K/73641/73642 26-5-1976 Bijlage r.r. 201 Preadvies van burgemeester en wethouders over de gemeenschap pelijke regelingen voor Het Bra bants Orkest en Het Zuidelijk Toneel. De gemeenschappelijke regelingen voor Het Brabants Orkest en Het Zuidelijk Toneel is een regelmatig op Uw agenda terugkerend onder werp. Opnieuw worden van U besluiten gevraagd. Per 1 september 1977 wordt de gemeenschappelijke regeling voor Het Brabants Orkest stilzwijgend met een termijn var. drie boek jaren verlengd, tenzij een van de deelnemers ten minste één jaar voor afloop van de lopende termijn (in dit geval véér 1 september 1976) aan de overige deelnemers schriftelijk heeft bericht de regeling op te zeggen (artikel 16, lid 2 van de gemeenschappelijke regeling) Het i3 een goede gewoonte telkens.voor de opzegdatum aan Uw raad een preadvies voor te leggen om tot een duidelijke besluitvorming te komen. Het laatste besluit over een verlenging van de gemeen schappelijke regeling inzake de subsidiëring var. Het Brabants Orkest met een driejarige periode is genomen op 25 juni 1573 (bijlage 1973. nr. 222). Wat Het Zuidelijk Toneel betreft ligt de zaak anders. Op 26 augustus 1974 besloot Uw raad (bijlage 1974, r.r. 255) de gemeenschappelijke regeling inzake de subsidiëring van Het Zuidelijk Toneel te ver lengen, eindigende op 1 september 1977. Bij het in het preadvies opgenomen advies van de subsidiëntencommissie hebben wij destijds het volgende aangetekend: "Het advies van de subsidiëntencommissie zien wij als eer. oplossing ad hoc. Wij zijn van oordeel dat de gewenste beleidsombuiging tijd. vergt. Om deze reden achten wij oen verlenging van de ge meenschappelijke regeling voor Het Zuidelijk Toneel tot 1 sep tember 1977 aanvaardbaar. Zoals in het advies uitdrukkelijk is gesteld, vooral op aandrang van de vertegenwoordiging van Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 932