bijl. r.r. 201 -2- 13 do bereidheid tot subsidiëring nè. 1977 afhankelijk gesteld van een nieuw beleid". De ontwikkeling in het denken over de orkestenbestel en het toneel- bestel heeft sedertdien niet stilgestaan. Met name wijzen wij op de nota orkestenbestel, die in januari 1975 door de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk is uitgebracht en de discussienota toneelbestel van een ambtelijke werkgroep van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, die eveneens in januari 1975 verscheen. Deze nota's hebben begrijpelijkerwijze veel reacties losgeslagen en tot vele discussies geleid. Ook de subsidiëntenccmmissie heeft zich voortdurend met de materie beziggehouden, zoal3 onder meer is gebleken uit de nota "zienswijze van de subsidiëntencommissie Noord-Brabant op het toneelbestel, naar aanleiding van de discussienota toneel bestol", die voor U is bijgevoegd. De subsidiëntencommissie heeft na intern overleg op 9 april 1976 twee adviezen uitgebracht. De subsidi ëntencommissie adviseert: a. de gemeenschappelijke regeling voor Het Brabants Orkest voor de duur van drie jaren te verlengen, ingaande 1 september 1977; b. de gemeenschappelijke regeling voor Het Zuidelijk Toneel met dén jaar te verlengen, ingaande 1 september 1977. De adviezen, waarin de motivering is opgenomen, hebben wij als bij lage I en IX bij dit preadvies gevoegd. J i Ons college onderschrijft de argumenten voor verlenging van de ge meenschappelijke regeling voor Het Brabants Orkest.' Evenals bij het toneelbestel zijn wij van oordeel dat in het orkestenbestel en daar mee direct samenhangend in de taakstelling van de verschillende over heden fundamentele wijzigingen moeten plaatshebben. De nota orkesten bestel 1975 opent hiertoe de weg. Het overleg over de nota zal nog ge ruime tijd vergen. Wij achten het'niet juist hangende dit overleg en de nadere standpuntbepaling van de minister wijziging te brengen in de gemeenschappelijke regeling, te meer omdat Het Brabants Orkest zowel direct als indirect een belangrijke functie vervult in het brabants

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 933