bijl. nr. 209 -2- Ingevolge artikel 273 van de gemeentewet mag de opbrengst van de heffing van de onroerend-goedbelastingen, ten laste van de ge bruikers niet hoger zijn dan 12?$ van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Voor de eigenaren geldt in dit verband een percentage van 15 Indien Uw raad besluit voor de heffing ten laste van de gebruikers en de eigenaren een tarief vast te stellen van 7/50 en 10,-- »n kunnen de opbrengsten als volgt worden geraamd: - ten laste van de gebruikers 5.407.000, - ten laste van de eigenaren 7.389.000, De hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt voor het 'jaar 1977 geraamd op ƒ71.970.000, De maximale opbrengst onroerend-goedbelastingen kan derhalve be dragen - ten laste van de gebruikers 12?$ van 71.970.000,of 8.636.400,— - ten laste van de eigenaren 155$ 71.970.000,af ƒ10.795.500, Uit het bovenstaande blijkt dat bij de heffing van de onroerend-goed belastingen 1977 bij hantering van de voorgestelde tarieven nog een ruimte aanwezig i3 van: - voor de gebruikersheffing 8.636.400,minus 5.407.000, 3.229.400,— - voor de eigenarenheffing 10.795.500,minus 7.389.000, 3.406.500,— Totaal van de nog aanwezige ruimte ^_6JL635^_9f|T De voor het jaar 1977 te hanteren tarieven per 3.000,waarde in het economische verkeer van 7,50 en 10,blijven bovendien in een goede verhouding 3taan tot de door de wet aangegeven maxima van 12, respectievelijk 15. Omdat de thans vigerende verordening slechts is goedgekeurd tot 1 januari 1977 wordt U een geheel, nagenoeg ongewijzigde, nieuwe ver ordening voor het jaar 1977 c-n volgende jaren ter vaststelling aan geboden. 2, Rioolrechten. i oor het jaar i 976 golden de volgende tarieven:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 967