bi,) bijl. nr. 209 -16- eerste lid berekend óver het verhoogde bêdrag der begrote bouwkosten c.q. kosten; c. bedraagt het verschil tussen het onder b. bepaalde legesb.edrag en het voor de eerder verleende ver gunning verschuldigde bedrag minder dan 25,dan wordt aan bijkomende leges ten minste een bedrag geheven van 25, 5. Indien het verlenen van de vergunning als bedoeld in de voorgaande leden is voorafgegaan door een open bare bekendmaking in een of mëer dagbladen, worden de overeenkomstig die leden verschuldigde leges verhoogd met 135, 6. De in het eerste, derde en vierde lid bedoelde be groting van kosten wordt door of vanwege burgemeester en wethouders vastgesteld, uitgaande van de door de aanvrager over te leggen raming, tekening(en) en bestek (ken). Bij de vaststelling van de begrote kosten is de aftrek der belasting, bedoeld in artikel 2, juncto artikel 15 van de Wet op de Omzetbelasting 1968, uit gesloten. Burgemeester en wethouders geven van deze vaststelling schriftelijk kennis aan de aanvrager. 7. Indien de bij de aanvrage om vergunning overgelegde begroting van kosten naar het oordeel van burgemeester en wethouders onjuiste gegevens.bevatstellen zij het bedrag van de geraamde kosten.'alsnog vast op een bedrag dat in overeenstemming moet worden geacht, met de reëele bouwkosten en worden de leges naar dat bedrag berekend. 8. Indien de in het eerste,derde en vierde lid bedoelde vergunning, vóórdat daarvan gebruik is gemaakt, wordt ingetrokken om redenen bij de aanvrager- gelegen of ambtshalve wordt ingetrokken op grond van artikel 52 van de Woningwet wordt aan leges berekend 5/8 deel van het geen krachtens het eerste lid verschuldigd is, met een minimum van 25,in voorkomende gevallen vermeerderd met het bedrag dat op grond van het bepaalde in het vijfde lid i3 verschuldigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 989