bij bijl. nr. 209
a. openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen voor de
diensten door hen in het openbaar belang verzocht, met uitzondering
van notarissen ten aanzien van de in artikel 38 van deze verordening
bedoelde verklaringen;
b. verenigingen of instellingen, die armenzorg of het uitoefenen van
liefdadigheid ten doel hebben, evenwel met uitzondering van de in
artikel 17 en 19 genoemde leges;
c. onvermogenden, mits deze van hun onvermogen doen blijken door een
verklaring van het bestuur hunner woonplaats en uitsluitend ten
aanzien van stukken in hun persoonlijk belang benodigd.
Artikel 42.
Zakelijke vrijstellingen
De in deze verordening genoemde leges worden, voor 'zover daarin niet
reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet ge
heven voor;
a. het afgeven van bewijzen van onvermogen;
b. het afgeven van attestatiën de vita tot ontvangst van pensioen ten
laste van de staat, provincies, gemeenten, waterschappen, veen-
schappen en veenpolders;
c. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaar
schriften ter zake van plaatselijke belastingen;
d. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of af
schriften daarvan houdende beslissing op een verzoek om subsidie-
ui" uit de gemeentekas;
e. het afgeven van ontheffingen en vergunningen, als bedoeld in de
artikelen 1118, 19 en 100 van de algemene politieverordening;
f. het afgeven van beschikkingen en verklaringen, alsmede van af
schriften daarvan, betrekking hebbende op een indiensttreding of
een dienstverband bij de gemeente.
HOOFDSTUK IV
ONTHEFFING
Artikel 43.
Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen.
Indien de heffing van leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld
in de paragrafen 6 en 7 van hoofdstuk II, wordt bij tussentijdse