bijl. nr. 263 Overeenkomstig de thans geldende regeling wordt door een jaar lijkse bijdrage van het rijk gedekt 80$ van de annuïteit van de lening voor de kosten der bouwkundige werken. Door een huurver hoging moet dus nog worden gecompenseerd 20$ van deze kosten benevens 65$ van de kosten van de c.v. aanleg, in casu resulterend in bedragen van respectievelijk 61 ,45 en 35,15, totaal 96,60. De huurder heeft zich hiermede akkoord verklaard, doch daarbij moge worden aangetekend, dat voor hem uitzicht c.q. aanspraak bestaat op vergoeding van of tegemoetkoming in een belangrijk gedeelte van die verhoging van de zijde van de Gemeenschappelijke Medische Dienst en wel voor zover die verhoging betrekking heeft op de verbouwing zelf én op de aanleg van de centrale verwarming in relatie tot de vergroting van de woning. Dit aspect wordt evenwel na nog lopend onderzoek door de G.M.D. rechtstreeks met betrokkene geregeld. Nadat medio oktober 1976 al telefonische informatie was ontvangen inzake de goedkeuring en de financiering van deze aanpassing, is omwille van de bij dit soort verbouwingen geboden spoed, direct opdracht gegeven tot uitvoering van het werk; inmiddels is dit dus reeds voltooid. Wij hebben de opdracht ter kennis gebracht van de commissie voor openbare werken op 27 oktober 1976 en mogen aannemen dat Uw raad met deze gedragslijn akkoord gaat. Het aanvragen en aanvaarden van de leningen, de bijdrage ineens en de jaarlijkse bijdrage van het rijk behoort tot de competentie van Uw raad; door het ministerie is ook om inzending van zodanig besluit verzocht Resumerend mogen wij U voorstellen: 1 alsnog te besluiten tot, althans te bewilligen in de uitgevoerde aanpassing van de woning Karbouwstraat 31 alhier, ten behoeve van een lichamelijk gehandicapte, zulks conform het voorliggend plan;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1026