bij bijlago nr.30
dat voor 1975 het beschikbaar te stellen bedrag per leerling,
bedoeld in art-ikel 186 van het besluit buitengewoon onderwijs
1967 voor de kernafdeling van de scholen voor kinderen eet leer-
en opvoedingsmoeilijkheden is vastgesteld op 578,05 en het beöreg,
bedoeld in artikel 189, lid 3 op 467,39;
besluit
a. het bedrag dat de gemeente over het jaar 1975 voor de kern
afdeling van de openbare school voor individueel onderwijs
werkelijk heeft uitgegeven, voorlopig vast te stellen op totaal
52.607,34 4.000,— 56.607,34;
al3 voor (zonder instandhoudingskosten) 43.331,66 4.000,
47.331,66;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 186 van
het besluit buitengewoon onderwijs 1967 per leerling bepaald
bedrag, in verband met het aantal leerlingen van de school over
het jaar 1973 beschikbaar is gesteld, voor de kernafdeling van de
openbare school voor individueel onderwijs voorlopig vast te
stellen op 80 x 578,05 46.244,
als voor (zonder instandhoudingskosten) 80 x 467,39
37.391,20;
c. het verschil tussen sub a en sub b bedoelde bedragen voorlopig
vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a is 10.363,34 meer dan bet bedrag sub b;
als voor (zonder instandhoudingskosten)
het bedrag sub a is 9*940,46 meer dan het bedrag sub b.
Aldus vastgesteld in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.