"bijlage nr. 274 _3_
Appellant stelt dat hij voor het uitzicht betaald heeft en dit
ook wenst te behouden. Indien er huizen gebouwd worden aan de
overzijde van zijn pand geven die het gevoel tegen een muur
aan te kijken.
C. Drewel - van Elsloo, Lorentzstraat 68 te Breda, die stelde,
dat er veel gezinnen met kinderen in deze wijk wonen. Het
betrokken terrein is geregeld in gebruik door spelende en voet
ballende kinderen.
Men lost bovendien het woningprobleem niet op door er huizen
op te zetten, doch verhevigt een ander probleem n.l. verstede
lijking.
Steeds meer huizen op ieder vrij terreintje betekenen steeds
meer kinderen die minder speelruimte hebben. Naar haar mening
dient het betrokken terrein als speelveld/shotveld te worden
gehandhaafd
De mogelijkheid bestaat dat de stadskweektuin nog een stuk
grond nodig heeft voor stadsbeplanting, maar dan blijft er nog
een gedeelte over voor de kinderen.
D. Drewel, Lorentzstraat 68 te Breda, die stelde, dat zijn
inziens de woningbehoefte niet opgelost kan worden door alles
maar vol te bouwen.
Hierdoor ontstaat er steeds minder speelgelegenheid. Naar zijn
mening zijn de alternatieve speelvelden en shotvelden te veraf
gelegen respectievelijk zijn deze ongeschikt met de gevaren van
deze tijd (park bij stadskweektuin).
Appellant is van mening dat het terrein definitief de bestemming
dient te verkrijgen van speelveld/shotveld of bestemd dient te
worden voor een bijzonder doel het algemeen belang dienende
indien hieraan behoefte bestaat.
De toenemende woningbehoefte moet teruggedrongen worden door
b.v. wederom invoering van economische gebondenheid aan de
gemeente Breda.
M. Segaar, Overakkerstraat 160 te Breda, die stelde, dat de
aankoop destijds van het perceel nr. 781