-8-
ming
n openbare
rzoek heeft
ege inge-
nbare
1 31a
caaemie-
te nog
onen.
oegere
ies van
mning ver-
bestemming
gelijk
n.
ien van
de woning-
tr
e Stem van",
tikel blijkt
sda die zicb
et gemeente
nd elingen
met het
gedaan,
ebestuur
-9-
Ik zou het college willen vragen of deze publikatie juist is.
Zo ja, kunnen wij dan nader worden geïnformeerd over de aard van
bovenbedoelde ervaring met het college van burgemeester en wethouders?
Ook zou ik graag willen weten hoeveel arbeidsplaatsen hierdoor voor
de stad verloren zijn gegaan.
ANTWOORD:
In antwoord op de door U gestelde vragen over de mededeling van de
directie van MEPLAX in De Stem van 13 januari 1977, dat het gemeente
bestuur van Breda het - met 35 mensen werkende - bedrijf in feite
heeft weggejaagd uit Breda, delen wij U het navolgende mede:
1 Aangezien KEPLAX niet in het bezit was van de vereiste hinderwet
vergunning is door het bedrijf een oprichtingsvergunning aange
vraagd
Tegen het verlenen van de hinderwetvergunning zijn veel bezwaren
ingediend. Daarenboven moest worden geconstateerd dat de bij de
hinderwetaanvrage ingediende plattegrondtekeningen niet overeen
stemden met de feitelijke situatie. Tot op het moment van het
artikel in De Stem was door het college nog geen beslissing
genomen over de hinderwetaanvrage.
2. KEPLAX N.V. heeft klandestien een afdak, dienende als loods ge
bouwd op haar terrein aan de Schootenstraat 10. Door diverse
buurtbewoners zijn daartegen, vanwege de ondervonden overlast,
klachten ingediend. Door de directeur O.W. is het bedrijf op 18
oktober 1976 aangeschreven om de zonder vergunning gebouwde
loods te doen afbreken. Op 11 november 1976 heeft KEPLAX verzocht
de geëiste sloop te willen aanhouden tot de in maart/april te
verwachten verplaatsing naar Gilze-Rijen.
3. In de onder 2 genoemde brief van 11-11-1976 deelt de directie van
MEPLAX mede door dringende omstandigheden als groei van het be
drijf en hinderwet genoodzaakt te zijn de onderneming naar Gilze
te verplaatsen. Verplaatsing van het bedrijf binnen Breda is door