bij bijl. nr. 323 2. Burgemeestèr en wethouders kunnen, met inachtneming van de bepa lingen van dit reglement een vaste staanplaats, die vrijkomt om dat degene aan wie deze plaats is toegewezen het beroep van markt koopman (vrouw) beëindigt, deze vaste staanplaats toewijzen aan een eigen of aangehuwd kind van de gewezen marktkoopman (vrouw) 3. De vrijkomende vaste staanplaats als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt slechts toegewezen aan het eigen of aangehuwde kind, indien dit kind als regel tsi minste een drietal jaren onmiddelliji voorafgaande aan een schriftelijk verzoek om toewijzing van deze staanplaats, zijn of haar (schoon) vader of (schoon) moeder heeft gassisteerd Tjl Artikel 11 Degenen, aan wie een vaste staanplaats op de markt is toegewezen zijn verplicht, wanneer de marktmeester dat in bijzondere gevallen nodig oordeelt, een andere door de marktmeester aangewezen staanplaats in te nemen. Artikel 12. 1Echtgenoeten mogen samen of om beurten van een vaste staanplaats, die één hunner is toegewezen, gebruik maken. 2. Bij overlijden van één der echtgenoten wordt het recht op het in nemen van de vaste staanplaats op schriftelijk verzoek toegewezen aan de langstlevende echtgenoot (echtgenote). Artikel 13. De chef van het burau belastingen van de afdeling financiën en be lastingen kan in bijzondere gevallen te zijner beoordeling de recht hebbende op een vaste staanplaats toestaan dat een derde namens deze rechthebbende van die staanplaats gebruik maakt. Artikel 14 Indien de rechthebbende op een vaste staanplaats deze niet op het tijdstip van het begin der markt heeft ingenomen en voor dat tijd stip aan de marktmeester geen kennis heeft gegeven van latere komst op grond van bijzondere omstandigheden kan deze staanplaats voor die dag als dagstaanplaats aan een derde worden toegewezen. Artikel 13 Voor de op de markt opengebleven vaste staanplaatsen en voor de staan plaatsen, die niet als zodanig zijn toegewezen, komen voor die dag in aanmerking:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1229