bijl. nr. 328
-3-
Deze omvat de volgende activiteiten.
- het vaststellen van de te volgen inspraak en participatie
procedure door de directe betrokkenen, waarvan de mogelijk
heden in de probleemverkennende fase zijn aangegeven.
- binnen de gekozen inspraak- en participatie-procedure het
verder uitdiepen van de leefbaarheidsaspecten per buurt.
- op basis daarvan het opstellen van een programma van eisen
om het woon- en leefklimaat van de betrokken buurt te ver
groten.
- het toetsen van het programma van eisen aan de beschikbare
middelen.
Daarna zal ons college een beleidsplan aan Uw raad voorleggen,
waarin de definitieve benoeming en prioriteiten moeten worden
vastgelegd. Dit beleidsplan vormt de basis voor het opstellen
van de feitelijke stadsvernieuwingsplannen.
De St.A.R.
De stedebouwkundige adviesraad heeft desgevraagd een reactie
gegeven op het voorstel tot een sociaal plan voor de stadsver
nieuwing.
Een exemplaar van die reactie gaat hierbij. Wij constateren, dat
de stedebouwkundige adviesraad het eens is met het voorstel
tot een sociaal plan voor de stadsvernieuwing. Op enkele vragen
en opmerkingen in de reactie van de stedebouwkundige adviesraad
gaan wij in dit preadvies impliciet in.
Over twee daarvan wullen wij echter hier iets zeggen:
- In de eerste plaats betreft dat de interpretatie van het in
het voorstel tot een sociaal plan voor de stadsvernieuwing
gebezigde begrip "directe betrokkenen". De stedebouwkundige
adviesraad pleit voor een ruime interpretatie daarvan, ten einde
het mogelijk te maken, dat ook Bredanaars van buiten de binnen
stad (en Tuinzigt-oostkunnen meedoen in de inspraak en parti
cipatie.
Wij zijn het daar niet mee eens. De fase van algemene inspraak
is met de reeds eerder genoemde 86 besluiten van Uw raad af
gerond