bijl. nr. 328 -4- Bij de verdere uitwerking dienen naar ons oordeel de inspraak en participatie zich inderdaad te beperken tot de "direct betrokkenen" zoals in het voorstel tot een sociaal plan voor de stadsvernieuwing is aangegeven. Dit is ook in over eenstemming met hetgeen het ontwerp van de wet op de stads vernieuwing hieromtrent naar voren brengt. - In de tweede plaats gaat het om het verzoek van de stedebouw- kundige adviesraad om bij de verdere opzet van het kader, waar binnen gewerkt dient te worden, steeds betrokken te worden. Als de stedebouwkundige adviesraad hiermee bedoelt betrokken te willen worden bij de hoofdlijnen van het beleid ten aanzien van de stadsvernieuwing, vinden wij dat terecht. Ten aanzien van de verdere uitwerking, concretisering en detaillering zien wij, in het voorgestelde intensieve inspraak- en parti cipatie proces voor de stedebouwkundige adviesraad nauwelijks nog een betrokkenheid. Principe-beslissingen Alvorens gestart kan worden met de werk-fase dient Uw raad enkele principe-beslissingen te nemen. Deze betreffen: a. de te volgen werkwijze, zoals in het voorstel tot een sociaal plan voor de stadsvernieuwing is aangegeven en hiervoor nader is omschreven in de probleemverkennende fase en de werkfase. b. de inspraak en participatie van de direct betrokkenen de organisatie daarvan. c. de financiële consequenties van het voorstel tot een sociaal plan voor de stadsvernieuwing, vooralsnog alleen voor wat betreft de zgn. proceskosten van het opstellen van het beleidS' plan. sub a: werkwijze. Indien Uw raad instemt met de aangegeven werkwijze zal onzerzijds het initiatief worden genomen om met de direct betrokkenen in de binnenstad en Tuinzigt-oost tot overleg te komen omtrent de resultaten van de inventarisatie van leefbaarheids-aspecten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1252