bijl. nr. 328 -6- Inspraak en participatie laten zich niet een bepaald stramien opdringen, dat voor uiteenlopende situaties uniform zou moeten worden gevolgd. Het wetsontwerp heeft alleen de bedoeling kaders aan te geven, die vanuit de praktijk ingevuld moeten worden. Gesteld kan worden, dat uitgangspunt van het wetsontwerp is, dat a. voor die organisatie moet worden gekozen, die past bij de om- 1 vang en de schaal van het betrokken project; b. gezorgd moet worden voor een vroegtijdige inschakeling van de direct betrokkenen bij de behandeling van de problematiek; c. sprake moet zijn van een daadwerkelijke invloed op het stads- vernieuwingsgebeuren. In het voorstel tot het sociaal plan voor de stadsvernieuwing wordt op voetspoor van het wetsontwerp de mogelijkheid open gehou den om te komen tot instelling van commissies ex artikel 61 van de gemeentewet, hetgeen zou moeten leiden tot formele partici patie in de zin van medebeslissingsbevoegdheid. Het werken met stadsvernieuwingsprojecten zal in het algemeen in Breda geschieden op een wijze en een schaal, die zich niet lenen voor dergelijke commissies. Een veelheid van deze functionele raden zou het werken in het kader van de stadsvernieuwing bijzonder onoverzichtelijk maken. V Wij staan derhalve instelling van commissies ex artikel 61 van de gemeentewet niet voor. Wij willen ernaar streven om met een minimum aan institutiona lisering een maximum aan betrokkenheid te bereiken, waarbij ruimschoots wordt voldaan een de strekking van de ontwerp-wet op de stadsvernieuwing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1254