bijl. nr. 360
-2-
grenzing van het parkje met het gerestaureerde complex Weilust,
door middel van bebouwing gehandhaafd.
De geplande zes bejaardenwoningen worden direct ontsloten via
het al aanwezige woonhof, waar tevens voldoende parkeervoor
zieningen zijn aangebracht. De ontsluitingswegen zijn aangelegd
en de in de directe omgeving aangegeven bebouwing is gerealiseerd,
Om realisering van de bouwplannen mogelijk te maken is de voor
liggende partiële herziening van het bestemmingsplan Heusdenhout
ontworpen.
Met ingang van 28 maart 1977 heeft het ontwerp van de partiële i1
herziening gedurende een maand ter gemeentesecretarie, Informatie
centrum, ter inzage gelegen.
Er zijn schriftelijke bezwaren ingediend door:
J.C. van Onzen, Wilderen 55 te Breda, mede namens de bewoners van
de panden Wilderen 31 tot en met 41 en 49 tot en met 75, alsmede
de bewoners van de panden Draaiboom 17 tot en met 111 te Breda.
Appellanten stellen dat van gemeentewege destijds een brochure
werd uitgegeven over de bebouwing en inrichting van het nog niet I
gerealiseerde gedeelte van de wijk Heusdenhout.
Tot op heden werden volgens appellanten drie flats gebouwd in
het centrum van de wijk Heusdenhout.
Medio 1975 werden belanghebbenden via een openbare bekendmaking er
op geattendeerd, dat bezwaren tegen een ontwerpplan partiële her
ziening 1974/1 van het bestemmingsplan Heusdenhout konden worden
ingediend. Die partiële herziening betrof de realisering van een
10-tal bejaardenwoningen op een perceel grond gelegen aan de W|J»
deren. Appellanten stellen dat door hen tegen die voorgenomen par
tiële herziening bezwaren werden ingediend. Daarna werd van ge
meentewege in oktober 1975 medegedeeld, dat de voorgenomen partiëï
herziening 1974/1 van het bestemmingsplan Heusdenhout niet verder
in procedure zou worden gebracht. Tevens werd medegedeeld, dat
een woningbouwvereniging verzocht was voor het betrokken terrein
een bouwplan te ontwerpen voor een 6-tal bejaardenwoningen in één
woonlaag (cfm. voorschriften van het vigerende bestemmingsplan).
Appellanten stellen dat er sedertdien bijna twee jaren verstreken1
zijn en zij tot de conclusie waren gekomen dat de plannen van de
gemeente geen doorgang zouden vinden.