êe -É bijl. nr. 569 3. Het t.z.t. uit te brengen rapport zal, voorzien van een pre- 3. adviesaan de raad worden overgelegd VRAAG (gesteld d.d. 5 augustus 1977, ing. art. 40, 2e lid R.v.O.), De heer Houben: Al geruime tijd heeft de federatie van de fracties PvdA/PPR in bij na iedere vergadering van de raadscommissie ruimtelijke ordening ast dacht gevraagd voor de problematiek van de zuidelijke rondweg. Gewezen wordt op milieu-hygienische problemen en de mogelijkheden A-N' deze aan te pakken. In Op onze suggestie is indertijd contact gezocht met de provinciale R°* inspecteur van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Deze heeft toen verwezen naar het Ministerie van Waterstaat. Dit heeft geleid tot Vr de recente brief van Uw college gericht aan de bewindsman van dit Woi departement. gei In die brief worden milieu-hygiënische maar ook veiligheids- en Ant rampenbestrijdingsproblemen aangegeven en gekwalificeerd als een Het zeer ernstige zaak. woi Ger In de commissie-vergadering van 28 april j.l. heeft dat geleid tot va een vraag onzerzijds of niet een rampenplan moest worden opgesteld Dez in samenwerking met de bewoners van de bedreigde buurten. alfi De wethouder achtte toen een dergelijk plan overbodig, omdat het er anders wel zou zijn. Dez int i I '4 Na het ongeluk van 3 mei j.l. blijkt uit persberichten dat de poli uit nu een rampenplan wel noodzakelijk acht. wet bij Over deze zaak zouden wij de volgende vragen willen stellen: 1Wordt er een rampenplan voorbereid en zo ja, wanneer is dit dan In gereed? noo 2. Kan het plan worden besproken in de betreffende raadscommissie1301 z°a met de bevolking in de betreffende buurten? bev fun me

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1437