aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 43 P/1/86374 15-12-1976 Voorstel van burgemeester en wet houders tot wijziging van de wacht geld ve r orden ing Ingevolge artikel 4, lid 2, van de wachtgeldverordening heeft de wachtgelder van 20 jaar en ouder recht op een voortgezet wachtgeld. Als dat echter korter zou duren dan drie maanden zou dat impliceren dat hem minder voordelen toekomen dan wanneer de Werkloosheidswet op hem van toepassing zou zijn. Om in deze leemte te voorzien is in een nieuw derde lid van artikel 4 het toekennen van een uitkering ge regeld, zodat een betrokken ambtenaar op basis van de wa c h t g e ld ve r o r d e ning minstens dezelfde rechten toekomen als wanneer de Werkloosheids wet op hem van toepassing zou zijn geweest. Voor wat het voortduren van het ambtenaarschap in de zin var. de Algemene burgerlijke pensioen wet betreft zijn er geen consequenties verbonden aan het toekennen van een dergelijke uitkering, omdat voor het Algemeen burgerlijk pensioen fonds als wachtgeld telt: elke uitkering die onder welke benaming ook ter zake van vrijwillige werkloosheid is toegekend. Voor de heneden 20-jarige geldt geen aanspraak cp verlengd wachtgeld. Om erin te voorzien dat deze wachtgelder niet minder wordt bedeeld dan indien de Werkloosheidwet van toepassing sou zijn, is in een nieuw vierde lid van artikel 4 de mogelijkheid van een uitkering op genomen voor ten hoogste de duur van drie maanden. In de huidige redactie van artikel 19, lid 1 sub f, is het mogelijk deze bepaling oneigenlijk te gebruiken door toepassing te geven aan hoofdstuk H van het algemeen ambtenarenreglement. In ons voorstel wordt dit uitgesloten door een duidelijke relatie te leggen met hoofd stuk G van genoemd reglement (strafontslag)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 147